ZO IN M’N SAS MET OBESITAS

Ik heb een behoorlijk positief zelfbeeld. Ik zie mezelf staan en ook wel zitten. Mannen om me heen noemen het regelmatig arrogant, de meeste vrouwen in m’n leven vinden het vooral verwonderlijk of in het gunstigste geval benijdenswaardig. Mijn vriendin, Ellen, grinnikt regelmatig als ik weer eens trots langs haar heen paradeer. Zelf vind ik het vooral prettig. Ik weet, wie ik ben, wat ik kan en ja, ook wat ik niet kan. Althans, daarvan ben ik op de meeste momenten overtuigd. En dat geeft rust. Ik geef mijn leven dan ook zonder terughoudendheid een hele dikke voldoende. Een 8,5 of 9+ of zoiets. Maar geluk of tevredenheid is natuurlijk slecht in een cijfer te vangen en op z’n minst aan fluctuaties onderhevig. Het zou een mooie aanvulling zijn op basisscholen. Een cijfer voor jezelf. 

Afgelopen november was ik nog even op Ellen haar basisschool. Zij geeft les op het speciaal onderwijs voor kids van 12-20 jaar. De “vaste” sinterklaas had afgebeld vanwege een slappe staf of last van z’n pepernoten ofzo. En de pieten konden het zonder hun sint blijkbaar ook niet vinden. Of ik wilde invallen als roetveegpiet. Samen met haar zoon van 18 meldde ik me bij gebrek aan een schoorsteen bij de voordeur. Hij zou Luilakpiet zijn en continu in slaap vallen en ik was Snoeppiet, omdat ik geen moment van de pepernoten af ging blijven. Beide rollen waren ons op het lijf geschreven. 

De “vaste” sinterklaas had afgebeld vanwege een slappe staf of last van z’n pepernoten ofzo.

Na een bijzonder leuke ochtend in de klas liepen we nog even het lokaal ernaast binnen. Op het digibord stonden enkele sommen. We vroegen natuurlijk wat ze aan het doen waren en de leraar legde uit dat ze het BMI van iedereen berekenden. En dus stonden Luilak en ik niet veel later op de weegschaal. Hij, ergens in de buurt van 1.90 meter en zonder een grammetje vet, kwam er zoals verwacht prima vanaf. Ik iets minder. De weegschaal gaf 103 kilo aan. En met een lengte van 1.79 meter (25 jaar geleden bij de keuring voor militaire dienst gemeten) is dat wat veel, dat weet ik. Het excuus van veel pepernoten in mijn zak werd weggehoond door de leerlingen, maar gelukkig kreeg ik vanwege mijn bos krullen en veer wel een paar centimeter extra in lengte toebedeeld. De uitslag was helder. Alle kinderen hadden het goed. En, vroeg ik? Nou zei de leraar: ‘je zit op de grens’. Fijn, dacht ik. Dat valt mee. Waarna hij toevoegde. ‘Je zit op de grens tussen overgewicht en obesitas.’ Oef! De klas vond dat ik minder snoepjes moest eten en ik kon ze geen ongelijk geven. Cijfers liegen niet. Of toch wel?    

Obesitas it is ….

Ik heb dan blijkbaar wel obesitas, de leraar was nog aardig, maar ik voel me uitstekend. Ik ben fit. Een of twee keer per week tennis gaat me prima af. Net als mijn maten met soortgelijke uitdagingen trouwens. Een sprintje met tieners sla ik zelden af en toen ik me laatst met meerdere ouders op het CIOS van mijn dochter meldde, sloeg ik zeker geen slecht figuur. De laatste twee jaar ben ik bovendien intensiever gaan sporten. Elke week week meld ik me ‘s ochtends om 8 uur bij mijn personal trainer. Nou ja, ergens in de duinen. Waarom? Zij laat me dingen doen die ik irritant vind en dus anders niet doe. Rek- en evenwichtsoefeningen bijvoorbeeld, teveel korte sprintjes achter elkaar en burpees (niet die na het eten). Verschrikkelijk. Bloed in je mond, vuur in je bovenbenen en vluchtgedrag in je kop. En ook al viel ik in die twee jaar niet veel af, het hielp. Het hielp zelfs heul veel.  

Ik werd sterker, flexibeler en fitter. Zij leerde me balans te vinden. Evenwicht in het jezelf pijn doen en weer lief zijn voor je lijf. Ik kan m’n veters weer strikken zonder die pens die in de weg zit en mijn gewrichten doen niet meer zo’n pijn. Ik stop nu eerder met hardlopen als het echt niet meer goed voelt en wandel dan met een lach op mijn smoel verder. Vroeger voelde dat als verliezen, nu zie ik de winst van het überhaupt bewegen. Ik zie de wereld om me heen. En ze leerde me mijn lichaam anders, slimmer en duurzamer gebruiken. Niet alles op kracht te doen. Maar meer op souplesse. Adem in, adem uit, zegt Jochem Myjer terecht. Voor die lessen ben ik haar eeuwig dankbaar, want ik had mezelf waarschijnlijk kapot gedraaid. 

Vet lekker!

En dat is wat ik veel mensen zie doen: zichzelf kapot draaien. Mensen met overgewicht die hebben opgegegeven, maar ook mensen met een prima lijf en een negatief zelfbeeld. Willen voldoen aan al die zogenaamde idealen. Houd op man. En vrouw! We willen geen supermannen, barbies, duckfaces en hydraterende crèmes van 100 euro. De meeste mensen niet. We willen echt, puur. Nergens voel je zoveel balans als in de sauna. Waar iedereen echt en anders mag zijn. Je kunt niet alles zijn, niet alles doen, niet alles tegelijkertijd. Iedereen heeft soms de keiharde behoefte om even los te laten. Ik houd intens veel van sporten en buiten zijn, maar ook van een drankje, een lach en van een stuk chocola. Zoek het op, beide, met mate en met maten. #doeslief voor jezelf. Dat voelt VET lekker namelijk.